Bezetting: viool, altviool, cello, contrabas, accordeon, hoorn, klarinet + offstage fluit en viool
Opname augustus 2012 (Zomercursus Woudschoten)
Dit stuk is nogmaals uitgevoerd op het bachelor-eindexamen van de accordeonist, Leo van Lierop, op 28 juni 2013 in Tilburg. Hierboven de opname. Ter gelegenheid daarvan schreef ik ook onderstaande toelichting.
Voor accordeon schrijven, je moet het een keer geprobeerd hebben. Zo begon ik aan dit stuk, waarvan de première afgelopen augustus plaatsvond op Zomercursus Woudschoten, waar Leo, ik, en de andere leden van het ensemble al jaren kind aan huis zijn. Voor de vierde keer op rij nam ik zelf ook een stuk mee naar de cursus, en Leo had gevraagd of hij ook een keer mee mocht doen. Aldus geschiedde. Opeens moest ik me in een instrument verdiepen, dat niet of nauwelijks in het klassieke repertoire te vinden is, een instrument waar ik nauwelijks een noot op zou kunnen spelen, en waar instrumentatiehandleidingen ook over zwijgen. Gelukkig weet Leo wel wat er wel en niet kan…
Het stuk sjoemelt met de cijfers, zoals al blijkt uit de misleidende titel, waarin geen rekening is gehouden met twee solisten, die zich pas in de tweede helft manifesteren. Onaangekondigd, wellicht ongevraagd bemoeien ook zij zich met de vraag, welke maatsoort het stuk eigenlijk heeft; 12/8, 3/2 of iets exotischers? De muziek bestaat voornamelijk uit overlappende en wedijverende ritmische patronen, waartegen zich melodieën aftekenen die zich van geen enkele maatsoort wat aantrekken. Omdat mijn eigen stijl nog geen naam heeft, noem ik dit maar mijn afrekening met het minimalisme. van John Adams en de zijnen. Om deze reden is de harmonie ook bij vlagen tamelijk statisch, en voornamelijk gebaseerd op één akkoord: A-B-Eb-Ab-C, en alle mogelijke transposities daarvan. De significantie van dit akkoord laat ik aan de luisteraar over.
De accordeon speelt een interessante rol in deze bezetting; het is zeker geen solostuk, hoewel de partij wel grotendeels los staat van zowel de blazers, de strijkers als de solisten. Regelmatig heeft de accordeon ook een andere mening over de maatsoort dan de rest van het ensemble. Ik heb hierbij ook gebruik gemaakt van de mogelijkheid van het instrument om zowel percussieve accenten te geven, of eindeloos lange melodische lijnen te kunnen spelen, als een harmonische ondergrond te bieden, in iedere dynamiek en in ieder register.
Comments are closed, but trackbacks and pingbacks are open.